OVERBELADING IN AVC EN IN WET WEGVERVOER GOEDEREN
Zowel in de AVC als in de nieuwe Wet Wegvervoer goederen (WWG) is een regeling opgenomen over overbelading. De regeling in de AVC is een zogenaamde privaatrechtelijke regeling, dat betekent dat de regeling tussen partijen wordt overeengekomen en alleen tussen partijen geldig is. Partijen moeten zich tegenover elkaar aan deze AVC-regeling houden! De overbeladingsregeling, zoals die in de WWG is opgenomen, is een zogenaamde publiekrechtelijke regeling: deze regeling is geldig voor iedereen die bij wegvervoer betrokken is, ongeacht wat partijen hebben overeengekomen.
De AVC regeling blijft belangrijk, omdat in de AVC een duidelijke invulling van de verplichtingen van partijen wordt aangegeven. De WWG is hier niet duidelijk over. In de AVC is voor zowel afzender als vervoerder een informatieplicht opgenomen en een verplichting tot zorgvuldig laden. Dit is geregeld in art. 4 lid 1 en 4 en art. 9 lid 1 en 5. Daarnaast voegt art. 4 lid 4 nog een boete toe, in geval de vervoerder al voor aanvang van het vervoer de afzender heeft gewezen op overbelading.
De AVC geeft dus een heel praktische invulling van de verantwoordelijkheden, met als doel het vóórkomen van overbelading. Informatieplicht: De afzender dient het gezamenlijk gewicht van de te vervoeren zaken op de vrachtbrief te vermelden (art. 4 lid 1 sub d). De vervoerder is verplicht het laadvermogen van het voertuig aan de afzender mee te delen (art. 9 lid 1).
Verplichting tot zorgvuldig laden: De afzender is verplicht de vrachtwagen te laden, maar partijen mogen hiervan afwijken. De vervoerder is verplicht de belading te controleren, tenzij hij daartoe niet in de gelegenheid is (bijvoorbeeld bij containervervoer). Als de afzender de eventueel geconstateerde overbelading niet opheft, dan heeft de vervoerder de keus om de overeenkomst op te zeggen of zelf de overbelading ongedaan te maken. In beide laatste gevallen dient de afzender €500,- te betalen aan de vervoerder plus verdere schade van de vervoerder. |